Laatst stelde een vader deze vraag! Een vraag die vroeg om een reflectie op mijn eigen rouwen. Hoe had ik Jonas verweven, zodat hij onderdeel is en blijft van mijn leven en gezin?
Ik had geen routekaart, geen lijst met ingrediënten, geen voorbeeld én nog geen studieboeken over rouw. Je kan mijn rouwen het beste beschrijven als het ongetraind lopen van een flinke bergetappe. Ik ging op pad vol rauwe rouw, struikelde, gleed naar beneden, strompelde met blauwe plekken en schrammen weer omhoog. Leerde onderweg mijn hulpbronnen kennen; wat en wie hielp om weer stappen te kunnen nemen. Zo kwam ik bovenaan de eerste berg, om vervolgens weer keihard naar beneden te denderen. Onderaan in de puinhoop. Er overheen, doorheen of onderdoor was geen optie. Ik leerde dat het negeren van (mijn liefde voor) Jonas, zich uitte in onredelijke boosheid. De momenten waarop ik keihard van die berg afgleed. Waarom kon ik niet aan anderen vertellen dat ik zijn moeder was? Was hun korte shock of pijn, van groter belang dan mijn rauwe rouw? Sindsdien vertel ik dat ik zijn moeder ben! Over mijn toekomstdromen, over mijn nieuwsgierigheid naar hoe hij zou zijn. Hoe trots ik op mijn kleine mannetje ben. Precies dat, wat bijna iedere zwangere en/of kersverse moeder verteld. Met zijn overlijden, stopte mijn houden van niet …
Ik pakte mijn leven weer op, veranderde van koers en leerde leven metzonder Jonas. Ook in het leven van zijn jongere zus en broer heeft hij zijn eigen wijze plekje ingenomen! Niet als een bijna 10-jarige jongen, zoals grote neef en zoon van vriendinnetje, precies zoals hij is: een baby!